Hoofd Onderzoek Topigs Norsvin
Dierlijke productie is onderdeel van de kringloop, ook in het land van Cuijk. Dierlijk eiwit heeft een aminozuren patroon wat erg goed past bij wat een mens nodig heeft. EN varkens, kippen en koeien eten bijproducten uit de totale voedselketen. Tenslotte leveren ze mest die weer in de kringloop gebruikt kan worden. Het grote punt is dat dit geen lokale maar een globale kringloop geworden is met lokaal grote problemen als een mestoverschot.
Mijn bijdrage richt zich op het aanpassen van dieren aan hun omgeving, dit kan genetisch zijn, dit kan precisie productie zijn, en het kan ook het beter benutten van het microbioom zijn. In een regionale kringloop kan het heel helder worden wat de exacte eiwit samenstelling van de grondstoffen is, op basis hiervan wordt dan het aminozuren patroon aangevuld zodat het dier niets te kort hoeft te komen. Er zijn genetische verschillen tussen dieren in vertering; populair gezegd: schrokkers zijn wat minder nauwkeurig in het verteren van hun voer. Generatie na generatie kiezen van dieren die zo weinig mogelijk van hun eiwit verloren laten gaan en daar binnen het lichaam ook efficiënt eiwit van maken gaat een aanzienlijke reductie van N uitstoot opleveren. En zo zijn er veel meer kenmerken die onder genetische regulatie staan, waaronder (zelfs) gedrag. Dieren die goed met elkaar omgaan, zijn gezonder, hebben minder antibiotica nodig en gaan beter met hun voer om.